In de aanloop van het Dit Wordt Het Nieuws project probeerden we het
centrale idee van het project eerst uit op een beperkt onderwerp, namelijk de
opvolging van persberichten van Universiteiten. De studie concentreert zich op
twee ‘selectiemomenten’ in het journalistiek proces. Vandaag een eerste blog
over de effecten van nieuwsfactoren in persberichten van universiteiten op het
eerste selectiemoment, of wel: welke persberichten van universiteiten krijgen
wel of juist geen media-aandacht?
Door Anne Kroon
Het is anno november 2011,
wanneer de vermoedens definitief worden bevestigd. “De waarheid was beter
afgeweest zonder mij.” Voormalig toponderzoeker Diederick Stapel heeft de boel
bij elkaar gelogen. Terwijl de wetenschappelijke wereld op haar grondvesten
trilt, storten de nieuwsmedia zich massaal op de kwestie. Het is het gesprek
van de dag bij de BBC, The New York Times publiceert een uitgebreide analyse en
de koppen op de voorpagina’s van Nederlandse dagbladen schreeuwen dagenlang
zijn naam. Inmiddels is het stil rondom de kwestie Stapel. Aan de vraag hoe het
nu met hem gaat wordt inkt noch zendtijd besteed. Wie de kranten openslaat, kan
slechts concluderen dat Stapel geen nieuws meer is.
Nieuws is Nieuws
De vraag waarom gebeurtenissen
nieuwswaarde verkrijgen, en het vervolgens even snel weer verliezen, houdt vele
onderzoekers bezig. De betekenis van wat
nieuws is laat zich namelijk lastig verpakken in één definitie. Wat nieuws
precies is, wordt door journalisten vaak in vage termen omschreven. Je moet er
een neus voor hebben, of een onderbuikgevoel. “Nieuws is nieuws wanneer de
journalist vindt dat het nieuws is”, luidt dan ook het adagium. Toch blijkt de
zogenaamde gatekeeperbenadering, waarbij de focus ligt op de individuele
eigenschappen van journalisten, onvoldoende om nieuwskeuzen van journalisten te
verklaren. De nieuwsfactorentheorie biedt in dit opzicht meer perspectief. Deze
theorie gaat uit van de notie dat gebeurtenissen en kwesties bepaalde
eigenschappen bevatten, die de nieuwswaardigheid ervan bepalen. Deze factoren
fungeren als een soort cognitieve catalogus voor journalisten, om uit het
immense aanbod aan nieuwsgebeurtenissen te selecteren. Zo blijken de factoren nabijheid, omvang en relevantie voor verschillende
nieuwsmedia, in verschillende landen, telkens weer nieuwsselectie te
voorspellen. Wat betreft de kwestie Stapel, zijn de factoren controverse, relevantie en verrassing dominant. De ontdekking dat
Stapel fraude had gepleegd, ging immers tegen alle verwachtingen in en de
gevolgen van de ontdekking voor het vertrouwen in de wetenschap waren verstrekkend.
Nieuwsfactoren in persberichten
De nieuwsfactorentheorie wordt doorgaans
getest door kenmerken van gebeurtenissen te onderzoeken (voorbeeld). In het
huidige tijdsbestek, waarin afhankelijkheidsrelaties tussen journalisten
enerzijds en persvoorlichters en communicatieprofessionals anderzijds
verschuiven , komt nieuws regelmatig via persberichten of
persconferenties terecht bij journalisten. Zo verstuurde de Universiteit
Tilburg diverse persberichten over hun frauderende professor,
bijvoorbeeld over zijn non-actief stelling. Het dagelijkse aanbod van
persberichten is echter groot, en het is dan ook de vraag waarom sommige
persberichten wel de interesse van journalisten weten te wekken, terwijl het
merendeel nooit de nieuwskolommen behaalt. Vanuit deze gedachte is het interessant
om na te gaan of nieuwsfactoren in persberichten ook dienst doen om de
interesse van journalisten te wekken en te voorspellen welke persberichten zij
als interessant genoeg bestempelen voor nieuwspublicatie.
Om hier meer inzicht in te bieden, hebben wij een
inhoudsanalyse uitgevoerd van zowel persberichten als mediaberichten over
universitair nieuws. Persberichten afkomstig van universiteiten bieden een
interessant kader om de relatie tussen nieuwsfactoren in persberichten en
nieuwsselectie te onderzoeken, omdat universiteiten zowel vanuit een eigen
belang (imago) als vanuit een publiek belang (valorisatie en onderwijs) baat
hebben bij het genereren van media-aandacht. In drie aselect getrokken maanden
uit het jaar 2012, werd gezocht naar referenties naar de universiteiten in de
dagbladen Trouw, de Volkskrant en het NRC Handelsblad, het Algemeen Dagblad en
De Telegraaf, het persagentschap ANP en tot slot de online nieuwsplatforms
Nu.nl en NOS.nl. Vervolgens werden corresponderende persberichten opgespoord op
de corporate websites van de Universiteit
van Amsterdam, Universiteit van Utrecht, Rijksuniversiteit Groningen en de Vrije
Universiteit. Om een vergelijking mogelijk te maken, werd eveneens een random
steekproef genomen van persberichten die niet werden opgevolgd in de
nieuwsmedia. In totaal werden 287 berichten geanalyseerd.
De eerste opvallende conclusie is dat ruim 90% van de
persberichten genegeerd wordt door journalisten. Voor de overgrote meerderheid
van het universitaire nieuws halen journalisten hun nieuwsneus dus op. Persberichten
met een hoge score op de factoren controverse
(mate waarin gebeurtenis conflict bevat),
verrassing (mate waarin gebeurtenis onverwacht is), omvang (mate waarin gebeurtenis gevolgen heeft), invloed (mate waarin machtige actoren
een rol spelen in de gebeurtenis) en profielmatch (mate waarin het onderwerp
past bij de identiteit of speciaal aandachtsgebied van het medium), bleken echter wel op de belangstelling
van journalisten te kunnen rekenen (zie Tabel 1). Met name het gezamenlijk voorkomen van deze factoren
voorspelde publicatie, met ander woorden: hoe hoger de concentratie
nieuwsfactoren in een persbericht, hoe groter de kans dat journalisten over het
onderwerp uit het persbericht publiceerden (zie onderste regel Tabel 1). Ook de
factor trigger bleek een belangrijke
rol te vervullen. Deze factor meet of kwesties in het nieuws aansluiten bij
eerdere gebeurtenissen of recentelijk nieuws opvolgen, en kwam in ongeveer 15
procent van de mediaberichten voor. Hoewel nieuws over Stapel niet voorkwam in
de steekproef, bleken persberichten gerelateerd aan het onderwerp
wetenschapsfraude nog steeds hoog nieuwswaardig. Tot slot ontbraken effecten
van de factoren dynamiek en prominentie. Zie de tabel voor een
samenvatting van deze resultaten.
Collectieve logica
De resultaten duiden erop dat het
eerste selectiemoment in het
journalistieke proces, namelijk de vraag of journalisten een bericht al dan
niet interessant genoeg bevinden om te selecteren voor publicatie, afhankelijk
is van de nieuwsfactoren in persberichten. Individuele journalisten maken dus
selectiebeslissingen volgens een collectieve logica. En dus is nieuws nog
steeds nieuws wanneer journalisten dat vinden, maar dat is niet, zoals het
gatekeeperperspectief suggereert, een min of meer ongrijpbare uitkomst van iets
vaags als journalistieke intuïtie. In de selectie van onderwerpen zit een
patroon gebaseerd op kenmerken van aangeleverde informatie in de vorm van
persberichten. Daarmee is een klein stukje van het mysterie rondom de invloed
van persberichten op het eerste selectiemoment in het nieuwsproductieproces
ontrafeld, althans voor wat betreft persberichten afkomstig van universiteiten.
Misschien nog wel belangrijker echter, is de vraag of ook het tweede selectiemoment ofwel de wijze waarop journalisten de inhoud van
persberichten bewerken, voorspeld kan worden. Daarover in een volgende blog
meer.